Toekomstige uitdagingen

Naast inzicht in de huidige stand van zaken willen we met de Barometer ook drie toekomstvraagstukken onder de aandacht brengen die van invloed zijn op meerdere pijlers van de concurrentiekracht: Duurzaamheid & circulariteit, Digitalisering en Demografie. Dit zijn ontwikkelingen die in de toekomst voor ontwrichtingen kunnen zorgen, maar die ook grote kansen bieden. Deze drie terreinen vragen wat ons betreft extra alertheid van Brabantse beleidsmakers en stakeholders.


Duurzaamheid & circulariteit

Groeiende toegevoegde waarde en tegelijkertijd een afname van de uitstoot van CO2 en andere schadelijke emissies zoals fijnstof en stikstof: de ontkoppeling van economische ontwikkeling en milieudruk was een van de centrale doelen van de klimaattop in Parijs in 2015.


Hoe kunnen we die ontkoppeling in Brabant versnellen zodat er economische ontwikkeling mogelijk blijft zonder dat de milieudruk toeneemt? De groeiende logistieke sector in Brabant is een punt van aandacht en heeft, vanwege de vele vervoersbewegingen, grote gebouwvolumes en focus op korte termijngebruik van producten een zichtbaar effect op onze leefomgeving. Ook de landbouwsector heeft vanwege de hoge methaan- en stikstofuitstoot een relatief hoge klimaat- en milieubelasting.


Brabant streeft naar 50% duurzame energie in 2030 en 100% in 2050, en heeft recent strategische hoofdlijnen uitgewerkt om die ambitie te realiseren [1]. In 2016 was het aandeel hernieuwbare energie in Noord-Brabant 7,0%. Er is dus nog veel te doen, maar er is nu al een tekort aan werknemers met de vereiste vaardigheden, aldus het meest recente Sociaal Economisch Beeld van Brabant [2].


Ook de overgang naar een circulaire economie is essentieel om de klimaatdoelen te halen en de gewenste ontkoppeling tussen milieudruk en toegevoegde waarde te realiseren. In zo’n circulaire economie blijft de waarde van grondstoffen en producten behouden door optimaal hergebruik. Dat kan bijvoorbeeld door producten modulair en demontabel te ontwerpen, zodat een kapot onderdeel eenvoudig kan worden vervangen, maar ook door de processen voor hergebruik beter in te richten. Nu slaagt de markt daar niet vanzelf in, schreven onderzoekers van Tilburg University onlangs in het blad Economisch Statistische Berichten. Hergebruik van producten vergt afstemming tussen marktpartijen die afval produceren, inzamelen en voor hergebruik verwerken, maar een goede afstemming is niet altijd in het belang van de marktpartijen, waardoor coördinatiefalen op de loer ligt: elke partij wacht op de andere. ‘Het ligt meer voor de hand dat de overheid standaarden oplegt die ervoor zorgen dat producten uitwisselbaar zijn voor hergebruik, en dat de grondstoffen eenvoudig kunnen worden teruggewonnen [3].


Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) concludeerde onlangs dat Nederland nog een tandje bij moet zetten om de circulaire ambities te halen zodat Nederland in 2050 volledig circulair is. Er zijn vooral meer vernieuwende, innovatieve circulaire initiatieven nodig. ‘Een vergroeningsagenda is belangrijk’, zegt Otto Raspe, onderzoeker bij het PBL, ‘want regio’s met vieze lucht en congestie groeien minder hard’.


Digitalisering

‘Beroepen zijn steeds meer door data gedreven’, zegt Arjan van den Born, hoogleraar digitaal ondernemerschap aan Tilburg University. Volgens hem krijgt de maatschappij meer behoefte aan mensen die analytisch en technisch zijn opgeleid, die rationeel denken en beslissingen nemen op basis van cijfers. ‘Voor 90% van de banen van de toekomst zijn digitale vaardigheden nodig’, zegt ook internetondernemer Janneke Niessen. 'De provincie moet technologie-onderwijs dan ook tot speerpunt maken.’ Andersom moeten ook bedrijven blijven investeren in de scholing van medewerkers en ‘een leven lang leren’ stimuleren zodat iedereen de razendsnelle digitale veranderingen kan blijven bijbenen.


De effecten van digitalisering op de arbeidsmarkt zijn namelijk al overal merkbaar. In de financiële sector zijn tussen 2007 en 2016 bijna 20% van de banen verdwenen, aldus het CBS. Banken worden softwareontwikkelaars die apps maken, en daarvoor is minder administratief personeel nodig. Bankfilialen in dorpen sluiten en het werk concentreert zich steeds meer in de grote steden; met name in Amsterdam en Utrecht. Er is steeds minder werk voor boekhoudkundige en administratieve medewerkers. Voor financieel specialisten en softwareontwikkelaars is er juist meer werk [4]. Ook de distributiecentra van de logistieke sector worden steeds meer uitgerust met bijvoorbeeld geautomatiseerd orderpicken met behulp van robots.


Volgens Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt aan Tilburg University, kan robotisering ervoor zorgen dat werkgelegenheid terugkeert naar Brabant. Hij ontwikkelde een reshoring-tool die bedrijven helpt om een locatiebeslissing te maken. Mede op basis van deze tool heeft het Tilburgse bedrijf CAPI Europe besloten hun buitenlandse activiteiten weer terug te halen naar Brabant. Nu werken er vijftig werknemers, twaalf mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt én robots. Wilthagen: ‘De paradox is dat het bedrijf zonder robots niet was teruggekomen.’ Door de introductie van robots op de werkvloer biedt het bedrijf bovendien ook kwalitatief hoogwaardig werk aan bijvoorbeeld robotica-specialisten en data-engineers.


Voor het mkb is het volgen en implementeren van digitalisering en robotisering nog wel lastig. De meest gehoorde bezwaren: het is complex, risicovol en vergt grote investeringen, aldus een onderzoek van Berenschot en Metaalunie [5]. Maar een digitaliseringsstrategie is wel noodzakelijk, concluderen zij. Ondernemers die niet proactief investeren in het state-of-the-art maken van hun productieprocessen, lopen het risico om al op korte termijn niet meer te kunnen meedoen in de ketens waarvan zij deel uitmaken. Ook ‘big data’, het verwerken, analyseren en te gelde maken van grote stromen data, is in Brabant nog geen gemeengoed, zo bleek uit het e-zine ‘Big’ met data in Brabant dat de BOM en BrabantKennis in 2017 publiceerde[6].


Demografie

Ondanks de behoefte aan technisch geschoold en hoger opgeleid personeel hebben grote delen van Brabant te kampen met een ‘braindrain’. Er vertrekken meer hoogopgeleiden uit onze provincie dan er bijkomen. Met name de Randstad is voor hen een populaire bestemming. Tussen 2004 en 2011 vertrokken er per saldo bijna 6700 universitair geschoolden en ruim 1400 hbo'ers. (IVA Onderwijs voor BrabantKennis) Er vertrekken vooral veel academici, omdat er in Brabant minder verschillende studierichtingen op wo-niveau worden aangeboden. Daarnaast zijn er in Brabant relatief minder banen op wo-niveau in disciplines als geneeskunde en zakelijke dienstverlening.


In de huidige hoogconjunctuur, waarin jonge talenten juist hard nodig zijn voor de arbeidsmarkt, krijgt de braindrain wellicht extra aandacht. Het is echter geen conjunctureel maar structureel probleem. De economische structuur van Nederland, waarin bijvoorbeeld Amsterdam en Utrecht het zwaartepunt van de zakelijke dienstverlening vormen, verklaart een groot deel van de talentstromen en laat zich moeilijk aanpassen. Maar Brabant biedt wel veel (goedbetaalde) technische banen op wo-niveau. Meer jongeren verleiden om te kiezen voor techniek verhoogt daarom hun blijfkans. De Brainportregio weet zich per saldo nog te onttrekken aan de braindrain. Door de groei van grote technische bedrijven als ASML en NXP is er een flinke behoefte aan hoogopgeleide technici en is hier zelfs een lichte braingain zichtbaar. Deze functies worden voor een belangrijk deel ingevuld door internationals, omdat de Nederlandse kweekvijver niet volstaat. ‘De arbeidsmarkt is momenteel de grootste breinbreker’, aldus Peter Noordanus, oud-burgemeester van Tilburg. ‘Er ontstaat een steeds grotere discrepantie tussen het arbeidsaanbod en de kwalificaties die technologisch geïnspireerde bedrijven vragen.’


Bovendien is een langere termijn demografische trend dat er veel meer mensen de beroepsbevolking verlaten, omdat zij de pensioensleeftijd bereiken, dan dat er aan de onderkant aan nieuw, jong talent bijkomt. Ondanks een groeiende totale bevolking neem de potentiële beroepsbevolking hierdoor de komende twintig jaar fors af. De groeiende vervangingsvraag op de Brabantse arbeidsmarkt heeft ook invloed op de concurrentiepositie: bedrijven denken twee keer na voordat zij een bedrijf vestigen in een regio waar de arbeidsmarkt bovengemiddeld krap is, en die in de nabije toekomst alleen maar krapper lijkt te worden.


De braindrain en demografische druk hebben grote invloed op de Brabantse arbeidsmarkt. Er is een groot tekort aan technisch geschoold personeel in de regio, blijkt uit cijfers van het UWV. In het derde kwartaal van 2017 waren er in heel Nederland 61.000 openstaande vacatures voor technische beroepen. Met name in de Randstad, Brabant en Zeeland is er sprake van een krappe tot zeer krappe arbeidsmarkt. Het UWV hanteert daarvoor een spanningsindicator, oftewel de verhouding tussen het aantal openstaande vacatures en het aantal personen dat korter dan zes maanden een WW-uitkering ontvangt [7]. ‘Het tekort aan talentvolle werknemers past niet bij een regio die mondiale ambities heeft om een kennisgedreven economie te worden’, vindt Erik Stam.


Ondanks de krappe arbeidsmarkt is er, opvallend genoeg, ook een steeds grotere groep niet-bemiddelbare werklozen, die zorgt voor hoge zorg- en uitkeringskosten die drukken op de gemeentelijke lasten. ‘Het is niet gezond voor de concurrentiekracht om een grote arbeidsreserve te hebben’, aldus Ton Wilthagen van Tilburg University.


Een deel van de economie omzeilt de krappe regionale arbeidsmarkt, maar creëert daarmee weer andere uitdagingen. Grote logistieke complexen maken namelijk gebruik van de diensten van een ogenschijnlijk onuitputtelijke bron van hardwerkend personeel uit Midden- en Oost- Europa (MOE-landen). Dit aantal overtreft het aantal hoogopgeleide kenniswerkers inmiddels ruimschoots. Zo is het aantal door de ABU bemiddelde uitzendkrachten uit de MOE-landen in Midden-Brabant tussen 2016 en 2018 bijna verdubbeld tot bijna 20.000 personen [8]. Ondanks deze enorme volumegroei staan de rendementen in de logistieke sector onder druk en wordt de maatschappelijke accommodatie van grote groepen tijdelijke arbeidsmigranten steeds vaker een punt van debat [9].


Voetnoten
[1] Provincie Noord-Brabant (2018) Energieagenda 2019-2030
[2] SER Brabant (2018), Sociaal-Economisch Beeld 2018
[3] Smulders, Gerlach en Zhou (2019) Circulaire economie hoeft niet ten koste te gaan van groei en innovatie. ESB, 104 (4770), 14 februari 2019
[4] CBS (2018) De regionale economie 2017
[5] Berenschot en Koninklijke Metaalunie (2018) Slimmer produceren moet je stimuleren. Procesinnovatie en digitalisering zijn vereisten voor het benutten van nieuwe productietechnologieën
[6] BOM en BrabantKennis (20
17) E-zine: 'Big' met data in Brabant.

[7] UWV (2018) Factsheet arbeidsmarkt technische beroepen

[8] ABU & NBBU (2018) Factsheet Arbeidsmigranten bemiddeld door ABU- en NBBU-leden: een overzicht.
[9] ING (2018) Toerental transport en logistiek loopt terug in 2019