Hoogleraar arbeidsmarkt
Ton Wilthagen


Eindhoven bouwt de robots,
wij zorgen dat ze werken

De Tilburgse economie is een stille kracht die nooit onderuit gaat, robots en Polen zijn meer dan welkom in de regio, en Eindhoven loopt grote risico’s door haar exclusieve hightech focus. Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt en Tilburger pur sang, schetst graag een tegendraads beeld.

Ton Wilthagen is een duizendpoot, die zich niet alleen bezig houdt met economie, arbeidsmarkt en robotisering maar die ook werkt aan een universiteit die middenin de samenleving staat. De geboren en getogen Tilburger is een veel gevraagd arbeidsmarktexpert, niet alleen in de media maar ook als adviseur van de Europese Commissie, maar is toch een bescheiden man. En dat past wel bij Tilburg, een bescheiden stad die in de schaduw staat van zijn succesvolle broer Eindhoven. Die hightech stad haalt de krant met ‘Chinese groeicijfers’, aldus Wilthagen. Terwijl de werkgelegenheidsgroei in Tilburg ook ‘heel netjes’ is.


Wat is dan de kracht van Tilburg?

“In Tilburg en Midden-Brabant is de logistieke sector heel groot, evenals de vrijetijdssector met de Efteling en de Beekse Bergen – dat zijn óók topsectoren waar veel mensen werken. Het aantal multinationals is beperkt, maar er is wel veel mkb met een hoge toegevoegde waarde. Tilburg heeft zich opnieuw uitgevonden na het instorten van de textielindustrie en heeft nu een breder portfolio. De grote vraag is: moet je aan risicospreiding doen, zoals in Tilburg, of moet je al je geld op rood of zwart zetten, zoals in Eindhoven? Het Eindhovense doemscenario is dat ASML instort. Als iemand anders slimmere chips en slimmere machines maakt, ontstaat er een kettingreactie, waarbij bijvoorbeeld ook NTS en VDL een grote klap krijgen. In Tilburg krijgen we nooit Chinese groeicijfers, maar er blijft hier wel altijd iets te doen.”


Over bedreigingen gesproken: hoe sterk ontwikkelt de robotisering zich in Brabant?

“Brabant is de provincie met de meeste industriële robots. Bij het distributiecentrum van Bol.com in Waalwijk wordt het orderpicken door robots gedaan. Maar er zijn ook nog altijd mensen nodig. Robotisering kan er juist voor zorgen dat werkgelegenheid terugkeert naar Brabant. Het Tilburgse bedrijf CAPI Europe, producent van kunststof bloempotten, had vanwege lage loonkosten zeshonderd mensen in China en Vietnam in dienst. Maar het bedrijf is teruggekeerd en heeft hier vijftig werknemers en twaalf mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk gezet. En het personeelsbestand groeit. De paradox is dat het zonder robots niet was teruggekomen. De loonkosten zijn in China ook lang niet meer zo laag en de productiviteit is er niet heel hoog. Ook hebben overzees opererende bedrijven soms last van politieke regimes.”


Je maakte een ‘reshoring tool’ die bedrijven helpt om een locatiebeslissing te maken. En dan bij voorkeur om terug te keren naar Brabant. Wat heeft dat opgeleverd?

“De tool bevat 125 variabelen en geeft een overzicht van de totale kosten die komen kijken bij het runnen van een bedrijf op een bepaalde locatie, zoals grondprijzen, heffingen, importkosten, intellectueel eigendom, corruptie-index etcetera. Dat heeft al tientallen banen opgeleverd doordat bedrijven andere keuzes zijn gaan maken. Naast CAPI Europe bijvoorbeeld bij elektronicabedrijf SmartWares uit Tilburg, dat onder andere huishoudelijke apparaten maakt en zijn reparaties in Polen liet uitvoeren. Uit onze analyse bleek dat het verplaatsen naar Tilburg anderhalf miljoen euro zou opleveren. Er werken nu vijftien mensen extra op de reparatieafdeling, waaronder mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.”


Toch leeft onder veel mensen het gevoel dat niet zozeer de uitbesteding naar Polen een bedreiging vormt, maar eerder de komst van Poolse en andere Midden- en Oost-Europese arbeidsmigranten. In hoeverre bedreigt deze instroom de Brabantse arbeidsmarkt?’

‘Zij werken vooral in de landbouw, bouw en logistiek en vervullen daar een onontbeerlijke functie. Voor ongeschoold werk, maar in toenemende mate ook voor vakwerk, is deze instroom juist zeer welkom. Zij doen werk dat veel Nederlanders niet willen doen of waarvoor veel te weinig aanbod is in Nederland. Het is een illusie dat zij de Nederlandse niet-werkenden vervangen. Daarvoor is de vraag simpelweg te groot. Bovendien is de productiviteit van de immigranten hoger; tot grote spijt van de herkomstlanden vertrekt het fitste deel van hun bevolking. Sommige niet-werkende Nederlanders komen terecht in de uitkeringsval; het is moeilijk om daar nog uit te klimmen. Zij hebben, om voetbaltermen te gebruiken, geen wedstrijdritme meer. Sterker nog: ze mogen niet eens meetrainen. Nederland investeert namelijk weinig in scholing ‘op voorraad’; je mag geen opleiding gaan doen met behoud van een uitkering. Zo is er in heel Nederland een onbenut arbeidspotentieel van 1,3 miljoen mensen. Dat wil niet zeggen dat de komst van immigranten geen impact heeft op de samenleving. Die impact is heel groot, met name voor dorpsbewoners. Want het is natuurlijk heel heftig als er 700 migranten worden gehuisvest in een dorp van 3000 inwoners.”


In hoeverre is dit onbenutte arbeidspotentieel van uitkeringsgerechtigden een bedreiging voor de Brabantse concurrentiekracht?

“Dat leidt tot hoge zorg- en uitkeringskosten die drukken op de gemeentelijke lasten. Ik noem het de ‘Eindhoven paradox’: de regio heeft weliswaar Chinese groeicijfers, maar de zorg- en uitkeringskosten stegen even hard omdat er een grote groep niet-bemiddelbare werklozen is. Dat is een enorm probleem, want de stad was bijna failliet. Ook is het niet gezond voor de concurrentiekracht om een grote arbeidsreserve te hebben. Kinderen van uitkeringsgerechtigden groeien op met het voorbeeld van ouders die nooit gewerkt hebben. Daarnaast gaan onbemiddelbare mensen mogelijk alternatieve inkomsten zoeken. De georganiseerde misdaad is een schaduweconomie geworden waarin honderden miljoenen per jaar omgaan. Autoverhuurbedrijf Hertz heeft vorig jaar het contract met zijn Tilburgse franchisenemer moeten verbreken omdat de vestiging in een criminele sfeer werd getrokken. Dat is een niet te negeren signaal en absoluut niet goed voor het vestigingsklimaat. Het is een onplezierig thema dat negatief uitstraalt op de innovatieve kracht van de regio.”


Je bent ook mede-initiatiefnemer van het Impact-programma van Tilburg University, dat vorig jaar is gelanceerd. Hoe belangrijk is een sterke universiteit voor de regio?

“De universiteit heeft van oudsher veel contacten met bedrijven en overheden in de regio, maar ons valorisatiewerk was tot vorig jaar geen officieel beleid. Met het programma willen we bijdragen aan grote maatschappelijke kwesties en langlopende samenwerkingen aangaan, zoals met het sociale domein van de gemeente Tilburg. We richten ons onder andere op sociale innovatie, bijvoorbeeld de gedragsaspecten die komen kijken bij de energietransitie. Ook willen we het robotica-onderwijs van Eindhoven en Tilburg meer aan elkaar koppelen, want de expertises zijn complementair. Eindhoven kan zorgrobots bouwen, maar die moeten wel met mensen samenwerken. Wij zorgen ervoor dat ze ook gebruikt worden.”

“We willen het robotica-onderwijs van Eindhoven en Tilburg meer aan elkaar koppelen, want de expertises zijn complementair.”

Curriculum Vitea


Ton Wilthagen studeerde sociologie aan Tilburg University en de Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 1993 aan de UvA. In 2002 keerde hij terug naar Tilburg, waar hij sinds 2008 fulltime hoogleraar institutionele en juridische aspecten van de arbeidsmarkt is. In Tilburg zette hij een onderzoekslijn op naar de relatie tussen economische dynamiek en sociale cohesie. Hij is een van initiatiefnemers van het Impactprogramma. Daarnaast lanceerde hij onder andere de startersbeurs voor jongende werkzoekenden en ontwikkelde hij het concept Flexicurity, dat een van de pijlers is van het Europese werkgelegenheidsbeleid.